In Gouda werkten zoveel pijpenmakers tegelijk en na elkaar, dat er door het Goudse pijpenmakersgilde een ingenieus merkensysteem was bedacht om alle concurrentie-issues op te lossen. Merken kregen een eigen bestaansrecht, losgekoppeld van de makers, en presenteerden hun eigen waarde. Je kon bestaande merken overnemen of een nieuw merk deponeren. Op deze manier ontstond er naast de gebruikelijke combinatie van letters en populaire afbeeldingen een derde groep: de cijfers.
Om alle literatuur in zijn waarde te laten geef ik hier niet namen van pijpenmakers prijs, dat zou te eenvoudig zijn, maar het staat iedereen vrij om er naar te vragen en dan geef ik antwoord. Boeken over de productiecentra zijn ook vaak nog (tweedehands) verkrijgbaar en zijn te vinden in de literatuurlijst.
Nota bene: de gebruiksdata van Goudse merken komen uit het archiefonderzoek van Don Duco. Veelal vermelden de bronnen niet het modellenbestand van een pijpenmaker en zijn we afhankelijk van bodemvondsten om te achterhalen wanneer er naast een hielmerk ook een zijmerk variant werd gezet. Ik heb bij de zijmerken de volgende criteria gebruikt: de onderzoeksdata van Don Duco, gepubliceerd in 2003, naast de periode waarbinnen zijmerken zijn gezet, zoals is gebleken uit materiaal specifiek onderzoek. Zo ontstaat een periode waarbinnen een zijmerk gezet kan zijn. Het is nooit zeker dat een merk gedurende de looptijd ook als zijmerk is gebruikt.
Als start, een uitzondering: 1760 gekroond is geen zijmerk, maar een jaartal.