Een aparte categorie versierde pijpenkoppen lijkt op het oppervlak steeds te worden ingesnoerd door rijen parels (stippen). Dit patroon loopt door op de steel. De versiering komt waarschijnlijk uit Leiden, waar op de pijpen een eigen beeldtaal werd gebruikt, en werd overgenomen in Gouda. De Leidse en Goudse pijpen verschillen niet heel veel, behalve dat aan de kopvorm vaak nog wel het Leidse karakter te zien is. Ook gebruikten de Leidse pijpenmakers soms de persnaden of zelfs de hiel voor een patroon van kleine streepjes, iets wat in Gouda niet werd nagevolgd.
De versiering is typerend voor de laatste helft van de 17e eeuw, en zal vooral tussen 1660 en 1680 zijn gebruikt op langgerekt dubbelconische pijpen.
Langgerekt dubbelconische kleipijp uit de periode 1660-1670. De pijp is in Leiden gemaakt. Op de zijden van de pijpenkop lopen drie rijen punten aaneengesloten als parelsnoeren over de pijp. Het bovenste snoer loopt rond het breedste gedeelte van de pijpenkop, de onderste loopt diagonaal langs de onderzijde van de pijpenkop, van de steelaanzet tot over de hiel. De middelste rij verdeelt de onderzijde van de pijp in twee gelijke delen. Langs de persnaden van de pijpenkop loopt een dubbele parelrij.
Langgerekt dubbelconische kleipijp uit de periode 1660-1670. De pijp is in Leiden gemaakt. Op de zijden van de pijpenkop lopen drie rijen punten aaneengesloten als parelsnoeren over de pijp. Het bovenste snoer loopt rond het breedste gedeelte van de pijpenkop, de onderste loopt diagonaal langs de onderzijde van de pijpenkop, van de steelaanzet tot over de hiel. De middelste rij loopt diagonaal mee met de onderste. Langs de persnaden van de pijpenkop loopt een dubbele parelrij. Op de onderzijde van de hiel staat een patroon van diagonale strepen. Vanaf de steelaanzet volgt weer een parelsnoer verticaal over de steel en deze herhaalt zich een aantal keer. Vooral hier ziet de mal er al versleten uit. Steelfragment ca. vijf centimeter.
Langgerekt dubbelconische kleipijp uit de periode 1660-1670. De pijp is in Leiden gemaakt. Op de zijden van de pijpenkop lopen drie rijen punten aaneengesloten als parelsnoeren over de pijp. Het bovenste snoer loopt rond het breedste gedeelte van de pijpenkop, de onderste loopt diagonaal langs de onderzijde van de pijpenkop, van de steelaanzet tot over de hiel. De middelste rij loopt diagonaal mee met de onderste. Langs de persnaden van de pijpenkop loopt een dubbele parelrij. Op de onderzijde van de hiel staat een patroon van diagonale strepen. Vanaf de steelaanzet volgt weer een parelsnoer verticaal over de steel en deze herhaalt zich een aantal keer. Steelfragment ca. vijf centimeter.
Langgerekt dubbelconische kleipijp uit de periode 1665-1675. De pijp is in Leiden gemaakt en heeft hier ook een karakteristiek Leidse vorm. Op de zijden van de pijpenkop lopen drie rijen punten aaneengesloten als parelsnoeren over de pijp. Het bovenste snoer loopt rond het breedste gedeelte van de pijpenkop, de onderste loopt diagonaal langs de onderzijde van de pijpenkop, van de steelaanzet tot over de hiel. De middelste rij verdeelt de onderzijde van de pijp in twee gelijke delen. Langs de persnaden van de pijpenkop loopt een dubbele parelrij. Vanaf de steelaanzet volgt weer een parelsnoer verticaal over de steel en deze herhaalt zich een aantal keer. Het zijn kleine, al wat versleten parels. Steelfragment ca. drie centimeter.
Langgerekt dubbelconische, bijna trechtervormige kleipijp uit de periode 1670-1680. De pijp is in Gouda gemaakt. Op de zijden van de pijpenkop lopen drie rijen punten aaneengesloten als parelsnoeren over de pijp. Het bovenste snoer loopt boven het breedste gedeelte van de pijpenkop, de onderste loopt diagonaal langs de onderzijde van de pijpenkop, van de steelaanzet tot over de hiel. De middelste rij loopt wat ongelijk mee met de bovenste. Langs de persnaden van de pijpenkop loopt een dubbele parelrij.
Op de linkerzijde staat boven de parelsnoeren een zon met gezicht en stralen. Op de rechterzijde staat een maan met gezicht, naar links gericht. De ketelrand is naar de roker toe fijn geradeerd.
Langgerekt dubbelconische, bijna trechtervormige kleipijp uit de periode 1680-1690. De pijp is in Gouda gemaakt. Op de zijden van de pijpenkop lopen drie rijen punten aaneengesloten als parelsnoeren over de pijp. Het bovenste snoer loopt boven het breedste gedeelte van de pijpenkop, de onderste loopt diagonaal langs de onderzijde van de pijpenkop, van de steelaanzet tot over de hiel. De middelste rij loopt wat ongelijk mee met de bovenste. Langs de persnaden van de pijpenkop loopt een dubbele parelrij.
Boven het bovenste horizontale parelsnoer staat aan beide kanten een fantasiekroon, die nog het meest op een bladerkroon lijkt.