18e eeuwse snoekenbekken waren gedecoreerde pijpen met een korte steel die voor een deel versierd was met een vissenschubbenmotief. De pijpen waren verzorgd, het gladde deel was geglaasd, de decoratie was verzorgd en het makersmerk was naar de roker toe gezet. Gezien het gebrek aan trechtervormige pijpenkoppen met deze decoratie is het de ovaalvormige pijp die zich al vroeg in de ontwikkeling goed leent voor deze aparte versiering. De populariteit van het model ligt tussen 1735 en 1760. In de 19e eeuw worden de vormen opnieuw in gebruik genomen.
Beschrijving van de vissenkop: Grote opengesperde vissenbek waarin een enkele keer ook (streepvormige) tanden naar buiten op de kop staan. De rand om de bek, naar de kop toe, is gearceerd. De huid van de kop bestaat uit kleine cirkeltjes, stippen met een puntje er in. De ogen zijn twee eenvoudige cirkels met een stip er in. Boven de ogen (maar aan de onderzijde van de pijpenkop) loopt een gestileerd decoratief element met de uitstraling van vinnen/ kieuwen, meestal met een arcering die met de vormen meeloopt. De spoor is vaak een gebogen, ook weer vinvormig element.
Snoekenbek model pijp, 1735-1745, merk leeuw in de Hollandse tuin. De pijpenkop is nog slank en krijgt door de modellering met de snoekenbek een wat hoornvormig uiterlijk. De kop is zorgvuldig geglaasd en geradeerd. De spoor aan de onderzijde is naar voren gebogen en is onderdeel geworden van het motief van de gravering. Het merk is naar de roker toe gezet, net boven de bek van de snoek. De steel is vanaf de kop geheel geschubd, tot aan een tekstband op ruim vier centimeter. Hierop staat: 'F.VERZIJL'. Frans Verzijl was een pijpenmaker met een grote werkplaats, van hem zijn veel pijpenvormen en gegraveerde pijpen bekend. Hij gebruikte het merk leeuw in de Hollandse tuin, later ook L gekroond en werkte tussen 1724-1786 (Lit. 2).
Snoekenbek model pijp, 1735-1745, merk leeuw in de Hollandse tuin. Pijpenkop uit dezelfde mal als hierboven. Opvallend is dat de glazing per ongeluk is doorgezet over de snoekenbek aan de achterzijde van de pijp, waardoor de details zijn weggestreken.
Snoekenbek model pijp, 1735-1745, merk leeuw in de Hollandse tuin. Deze pijp is gemaakt in dezelfde periode als de bovenstaande pijpen, maar komt qua gravering niet overeen. Er is sprake geweest van een tweede persvorm, die gelijktijdig is gebruikt, of de persvorm was voldoende versleten om te worden gerepareerd en opnieuw uitgestoken. Met name door het verschil in dikte van de onderdelen van de gravering en de iets ruimere modelvorm denk ik aan het laatste.
Snoekenbek model pijp, 1735-1745, merk leeuw in de Hollandse tuin. De pijpenkop is iets minder hoog en lijkt daardoor al meteen iets minder hoornvormig. De modellering lijkt over het algeheel iets voorzichtiger. De graad van afwerking is hoog.
Snoekenbek model pijp, 1735-1745, merk leeuw in de Hollandse tuin. Deze pijp heeft een karakteristieke uiterlijk als het gaat om het snoekenbek model. De kop is een rechtopstaand ovaalvormig model met een spoor.
Snoekenbek model pijp uit de periode 1735-1745, merk druiventros. Deze pijp heeft een karakteristieke uiterlijk als het gaat om het snoekenbek model. De kop is een rechtopstaand ovaalvormig model (hier schuin gebotterd) met een spoor.
De maker is Jan Hendrickszoon Proefhamer, werkzaam van 1710 tot 1744 (Lit. 2).
Snoekenbek model pijp uit de periode 1740-1750, merk 9 gekroond. Wie goed kijkt ontdekt per model toch allerlei verschillen in de uitvoering van de snoekenbek. De maker is Klaas Janszoon Verbij, werkzaam van 1713 tot 1751 (Lit. 2).
Snoekenbek model pijp uit de periode 1740-1760, merk 17 gekroond. Wie goed kijkt ontdekt per model toch allerlei verschillen in de uitvoering van de snoekenbek. De maker is Thomas van Dalom, werkzaam van 1727 tot 1763 (Lit. 2).
Snoekenbek 1740-1750, merk 41 gekroond. Korte en ietwat stevige vormgeving. De kwaliteit van afwerking van de kop, alsmede het prominent grote Goudse wapen, zijn typerend voor deze periode. De spoor is hier iets minder kwetsbaar gemaakt en afgeplat.
De mogelijke makers zijn Lodewijk Basselaar, zijn weduwe of Hendrik Verburg, samen werkzaam van 1732 tot 1750 (Lit. 2).
Snoekenbek model pijp 1735-1745, merk fruitben. Veel vroege snoekenbekken zijn relatief lang van vorm. Deze uitvoering is als rondbodem gemaakt en heeft geen spoor. De bek van de snoek is op de voor- en achterkant gestreept met een lange streep. De variant met korte strepen komt het meest voor. De maker is Jan Nieuwveld, werkzaam van 1725 tot 1789 (Lit. 2).
Snoekenbek model pijp 1735-1745, merk fruitben. Mogelijk een bewerking of een versleten versie van de hierboven beschreven pijp.
Snoekenbek model pijp 1740-1750, merk fruitben. Deze pijp komt uit een fabrieksstort van verschillende pijpen, waarvan de meeste modellen waren voorzien van het bijmerk Gouds wapenschild met S.
Snoekenbek model pijp 1750-1760, merk fruitben. Aan de vormgeving van de pijpenkop te zien is dit een iets latere variant is. De pijpenkop is boller en marginaal groter. De slijtage van de vondst is zodanig dat veel tekening van het origineel is verdwenen. Toch is nog wel te zien dat deze snoekenbek in een aantal details afwijkt van de bovenstaande.
Snoekenbek model pijpen uit de periode 1750-1760, een merk is niet gezet. De pijpenkoppen zijn ook niet geglaasd. Hoewel de vorm van de kop 18e eeuws is en nog redelijk scherp, is de vlotte behandeling van de vorm opvallend. Deze pijpen zijn misschien nog gemaakt terwijl het model al uit de mode was, of het gaat om 19e eeuws hergebruik van de persvorm, waarbij de nieuwe eigenaar het (nog) niet belangrijk vond zijn merk op de pijp te zetten.
Snoekenbek model pijp 1750-1760, het merk lijkt niet gezet. De mal is erg versleten en aan de onderzijde is zichtbaar dat de helften niet meer goed op elkaar aansluiten. De kop is niet geglaasd, wat bij dit model wel een normale extra handeling is geweest. Er staat nog wel een naam op een band op de steel. De noviteit is van deze vorm af, zoveel is duidelijk. Het stuk steel aanwezig is loopt licht gebogen omhoog, iets wat in deze periode ongewoon is, maar wel vaker aan deze modellen gekoppeld lijkt te zijn. De steel is direct achter de kop bewerkt met een schubbenmotief. Hoewel de schijn is dat het hier om een hele slechte persing uit de 18e eeuw gaat, kan de onaangepaste 18e eeuwse vorm nog wel in de 19e eeuw zijn hergebruikt en daarom zo slordig zijn ten aanzien van tijdsgerelateerde snoekenbek model pijpen.
Snoekenbek model pijp uit de periode 1740-1750, merk meermin. Boven de snoekenbek, naar de roker toe, staat het wapen van Gouda in een ovaalvormig schild, dat wordt gedragen door twee leeuwen. Boven het schild staat een bladerkroon met links en rechts daarvan palmbladeren. Het schild en de leeuwen staan op een horizontale lijn, met daar onder een sterk ingekort lambrequin. Door de extra plaatsing van het Goudse wapen was er geen plek meer voor een merk naar de roker toe, gangbaar bij snoekenbek modellen. Dit keer staat het merk op de bodem van de pijp.
De maker is Jacob Claris, werkzaam van 1747 tot 1749 of Boudewijn Claris, werkzaam van 1749 tot 1773 (Lit. 2).
Fragment van een snoekenbek model pijpenkop uit de periode 1740-1750. Van de snoekenbek is alleen het deel naar de roker toe zichtbaar. Over de bek lopen verticale lijnen. Vanaf de steelaanzet is de steel geschubd, aan de onderzijde zit een vissenkieuw of -vinachtig fantasiemotief. Boven de bek staat naar de roker toe het wapen van Gouda in een ovaalvormig schild. Het is gekroond met een bladerkroon en wordt door leeuwen vastgehouden. Het merk is waarschijnlijk afgebroken.