Duiven zijn in de eerste helft van de 18e eeuw een regelmatig terugkerend thema op kleipijpen. Ze worden afgebeeld met een (vrouwtjes)duif op de éne zijde en een doffer (de mannetjesduif) op de andere zijde van de pijpenkop. Meestal staan ze tussen kruisende lauwertakken. De positie van de twee duiven (links of rechts) wisselt. De duiven staan op de pijpen als allegorie voor huwelijkse trouw.
Trechtervormige Goudse pijpenkop uit de periode 1720-1730. De duif staat links, de doffer rechts. De duiven kijken richting de roker. Om de duiven staan lange bladranken met een bloem aan het eind, over de duiven heen. De ranken kruizen vanuit een knop.
Trechtervormige Goudse pijpenkop uit de periode 1720-1730. De duif staat links, de doffer rechts. De duiven kijken richting de roker. Om de duiven staan lange bladranken met een bloem aan het eind, over de duiven heen. De ranken lopen aan de onderzijde in elkaar over en vormen zo een half ronde afsluiting. Verschillen met bovenstaande pijp zijn niet heel groot, maar aan onderlinge afstanden tussen de verschillende onderdelen op de pijpenkop is goed te zien dat het om een andere gravering gaat. Dit is vaak zo met deze voorstelling.
Trechtervormige Goudse pijpenkop uit de periode 1720-1730. De doffer staat deze keer links, de duif rechts. De duiven kijken richting de roker. Om de duiven staan lange bladranken met een bloem aan het eind, over de duiven heen. Één van de bloemen is een tulp. De ranken ontstaan vanuit een bloemvorm.
Trechtervormige Goudse pijpenkop uit de periode 1720-1730. De doffer staat links, de duif rechts. De duiven kijken richting de roker. Om de duiven staan lange bladranken met een bloem aan het eind, over de duiven heen. De ranken ontstaan vanuit een knop.
Trechtervormige Goudse pijpenkop uit de periode 1720-1730. De doffer staat links, de duif rechts. De duiven kijken richting de roker. Om de duiven staan lange bladranken met een bloem aan het eind, over de duiven heen. De ranken ontstaan vanuit een bloemvorm. De mal van de pijp was redelijk versleten.
Trechtervormige Goudse pijpenkoppen uit de periode 1710-1730, gesigneerd met HP. De pijpenkoppen komen uit één aankoop en zijn gevonden in Zuid Holland. De doffer staat links, de duif rechts, op één pijpenkop na. De duiven kijken richting de roker. Om de duiven staan lange bladranken met een bloem aan het eind, over de duiven heen. De ranken ontstaan vanuit een stip of bloemvorm. Opvallend is dat al deze modellen van één pijpenmaker zijn, maar dat er veel verschillen zijn, zodat je kunt stellen dat deze pijpenmaker met veel verschillende vormen werkte. De pijpenmaker in kwestie is Hendrick Pietersz. Scharp. Hij maakte kleipijpen tussen 1696-1730 (Lit. 2). Hij gebruikte ook het merk HP gekroond. Versierde trechterpijpen werden niet vaak gesigneerd, daarom is het opvallend dat Hendrick Scharp dat wel deed met zijn pijpen.
Trechtervormige Goudse pijpenkoppen uit de periode 1710-1730. De pijpen zijn gesigneerd met MK monogram met plus. De doffer staat links, de duif rechts. De duiven kijken richting de roker. Om de duiven staan lange bladranken met een bloem aan het eind, over de duiven heen. De ranken ontstaan vanuit een knop. De pijpenmaker is Mels Daniëlsz. Korthals, die pijpen maakte van 1682 tot 1733. Hij was tevens de eerste aanvrager van het merk MK (monogram met plus) (Lit. 2).
Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1720-1730. De duif staat rechts, de doffer links. Om de duiven lopen lauwertakken, die ontspruiten vanuit een bloem. De naden van de pijpenkop zijn afgezet met een dubbele rij stippen.
Fragment van een trechtervormige pijpenkop uit de periode 1720-1730. De doffer staat rechts, de duif links. Om de duiven lopen lauwertakken, die ontspruiten vanuit een bloem. De naden van de pijpenkop zijn afgezet met een dubbele rij stippen. De gravering is op dit fragment nog erg scherp. Bodemvondst Gouda.
Trechtervormige pijpenkop uit de periode 1720-1730. De duif staat links, de doffer rechts op de kop. De vogels staan allebei naar rechts gericht, terwijl ze normaliter beide richting de roker kijken. Om de duiven lopen lauwertakken, die ontspruiten vanuit een knop. De naden van de pijpenkop zijn afgezet met een dubbele rij stippen.
Trechtervormige Goudse pijpenkop uit de periode 1720-1740. De duif staat links, de doffer rechts. Behalve de duiven zijn er geen ranken met bloemen gegraveerd, alleen de naden van de pijpenkop zijn afgezet met een dubbele rij stippen (parels).