Ook uit het Noorden van Nederland komen bewerkte pijpen. Ze zijn eenvoudig van gravering, maar afwijkend van thema.
In Leeuwarden hebben pijpenmakers gewerkt. Ewout Korpershoek heeft uitgezocht wie er werkzaam waren en dat is gepubliceerd in de jaarboeken van de PKN.
Enigszins barok aandoende dubbelconisch gevormde pijpenkop uit het midden van de 17e eeuw, circa 1650-1660. Op de zijden van de pijpenkop staan vijfstippige rozen met vier kelkbladeren. Boven de rozen is een soort mijter gegraveerd met een eenvoudige lijn. In de mijter lopen vier stippen door het midden omhoog. Om de mijter staan vier bogen naar buiten per kant, met bovenin per kant nog een stip. De punt van de mijter loopt wat uit, alsof er een onleesbaar element op is gezet. Op de persnaden zijn voor en achter vier ovalen aangebracht, met één of twee stippen er in. Van de steel af staan er ook stippen tussen de ovalen.
Een belangrijk element is dat de pijp op de hiel is gemerkt. Het merk, IM monogram, is gezet door de Leeuwardense pijpenmaker Jan Moselijn. Zijn hele productieperiode is niet bekend, maar hij werkte rond het midden van de 17e eeuw. Overigens is IM monogram op exact dezelfde wijze ook in Amsterdam gezet.