Ik vind en koop pijpenkoppen. Dat doe ik op ongeveer dezelfde wijze, ik koop namelijk graag kleine partijen gemengd materiaal en kijk bij aankomst met de post wat ik ertussen kan vinden. Het nadeel van kopen is dat de herkomst van een pijp niet altijd duidelijk is. Waar is de pijpenkop gevonden? Of heeft de verkoper of voorganger de pijp ook al eens gekocht? Dat is voor een wetenschappelijke administratie vrij waardeloos en het scheelt al de helft als de kop in kwestie kan worden achterhaald.
De pijpenkop waarover ik schrijf heb ik vroeg in 2021 gekocht met een aantal andere pijpenkoppen van Kees. Zijn vondsten kwamen grotendeels uit de polders onder Amsterdam. De pijp is een redelijk natuurgetrouwe vrouwenbuste met de kenmerken van een laat 19e eeuwse pijp. Vanwege het borststuk oogt de pijp als een manchetpijp, en na het zien van een tweede exemplaar, als bijlage van een mail, weet ik dat dat de pijp niet alleen een manchetpijp is geweest, maar ook gewijd aan Wilhelmina.
Foto van de onderzijde van het borststuk. Het oppervlak is breed en bewerkt met bladeren.
Kwalitatief doet de pijp denken aan de werkstukjes van Gambier, maar dan van een iets minder hoogstaand niveau. Namen, merken of modelnummers ontbreken op dit fragment, ze kunnen op de manchet hebben gestaan.
Bij mijn zoektocht naar een eventuele gelijkenis van deze dame, binnen het assortiment aan ooit vervaardigde pijpenkoppen welteverstaan, kwam ik niets tegen. De pijp is redelijk exclusief, staat niet in de standaard catalogi van Nederlandse pijpenmakers en ook in de kopie die ik heb van een catalogus van Gambier komt haar hoofd niet voor. Maar uiteindelijk stuitte ik wel op een gelijkenis.
Helemaal achterin 'Een eeuw van verandering, nabloei en verval van de Europese kleipijp' van Don Duco stonden pagina's afgedrukt van een Duitse catalogus. Tussen de pijpen zat ook het hoofd van een dame met een knot in het haar, zoals ik zocht. Ze had ook dezelfde vorm, dezelfde kettingen om en bladeren onder haar borststuk. Maar: voor op haar hoofd had ze een kroontje. En helemaal lijken deed ze ook weer niet. De Duitse dame werd 'Königin Wilhelmina' genoemd en dat vond ik wel interessant, want als dat een link was verklaarde het de vondst van deze kop in Nederland. Het volgende boek dat ik daarom nasloeg was 'De tabakspijp als Oranje-propaganda', uiteraard ook weer van Don Duco. In dit boek staan zowel een manchetpijp van Gambier als de Duitse Wilhelmina afgebeeld, maar beiden blijken kwalitatief niet zo mooi gemodelleerd als de vondst die ik beschrijf. Bovendien zijn ze allebei op hun eigen manier gekroond.
Wilhelmina wordt in 1898 gekroond, het jaar dat ook de grote pijpenfabriek van de familie Prince in Gouda sluit en het modellenbestand voor het grootste gedeelte in handen komt van Van der Want en Goedewaagen. Ik vind het opvallend dat er in Frankrijk en Duitsland een figuraal model is uitgebracht ter ere van de kroning van een Nederlandse koningin, terwijl dat in Nederland voor zover bekend niet is gebeurd, op een sigarenpijp met tekst na (KRONINGSJAAR 1898). Tot dan toe is er altijd met de nodige aandacht gewerkt aan speciale, vorstelijke herdenkingspijpen. Als iemand de kwaliteit in huis had om ook nog een goed lijkende figurale pijp ter ere van Wilhelmina te maken is dat Goedewaagen geweest, die ook andere goed lijkende portretpijpen en gezichtspijpen op de markt bracht. Als het hier om een portret van Wilhelmina gaat dan mist ze wel een kroon. De pijp hoeft dan ook niet ter ere van het kroningsjaar te zijn uitgekomen. Of het portret was voor de koningshuis gezinde Nederlander al voldoende, de portretpijpen van Koning Willem III, haar vader, zijn tenslotte ook ongekroond.
Overigens is het zo dat er in Nederland nog wel twee innovatieve gietpijpen in de beeltenis van het hoofd van Wilhelmina zijn gemaakt. Het gieten van pijpen was een techniek die nog maar in de kinderschoenen stond en als moderne uitvinding geschikt om de koningin mee af te beelden. De techniek leende zich alleen niet voor gedetailleerdheid.
Door de reeks opvallendheden op rij ben ik geneigd het onbekende borstbeeld van een dame de status 'Wilhelmina' te geven. Ze zal rond 1900 zijn gemaakt, als het ter ere van haar kroning is geweest niet lang na 1898. Kwalitatief zou ze heel goed een product kunnen zijn van Goedewaagen en dat zou een model aan de collectie Goedewaagen toevoegen.
Bericht
Via een mail met een vraag van Kevin kreeg ik in oktober 2024 een tweede exemplaar te zien. Het gaat om bijna dezelfde pijpenkop, die completer is gebleven en van een tekst is voorzien onderop het borststuk. De pijpenkop bevestigt alle beschreven vermoedens. Ten eerste is de manchet nog aanwezig, inclusief de bus die voor de aansluiting op een steelstuk zorgt. Ten tweede is onderop het borststuk te lezen: KONINGIN WILHELMINA. Elke vorm van twijfel is daarmee weggenomen.
Wel is het duidelijk dat er verschillen zijn tussen de gegraveerde elementen van de pijpenkop. Behalve dat op de tweede pijp tekst en een modelnummer is aangebracht, is het gesculptuurde bladmotief onderop het borststuk vervangen door een eenvoudig klaverblad, of het omgekeerde is gebeurd. Er zijn in ieder geval minimaal twee persgangen geweest van deze pijp.
Beschrijving van de pijpenkop:
Vorm uit drie delen, vrouwenportret van een dame met het haar in een grote knot op haar achterhoofd. Haar gezicht kijkt neutraal, statig of vroom. Haar borststuk loopt breder uit dan haar hoofd is en loopt aan de achterzijde mee omhoog met de voorzijde. Ze draagt twee parelkettingen, met aan de buitenste ketting een bloemvormig sieraad of medaillon. Onder het sieraad begint de kanten rand van een jurk, dan eindigt het borststuk. Op de achterzijde van het borststuk is een bladmotief aangebracht, dat samenkomt bij de (niet meer aanwezige) manchet. De pijp is geperst van witte klei, de buitenzijde is gebroken en weer geplakt. Ook zitten er rode vlekken van corrosieve plantenwortels op het oppervlak.
De pijp is goed gerookt geweest.
Nog meer toeval? Tussen de vondsten van Kees zat ook dit portretkopje, die je niet vaak zult zien. Don Duco beschrijft het in 'De tabakspijp als Oranje-propaganda' als een niet al te best lijkend portret van een hele jonge Wilhelmina.