Tegen 1740 verschijnt een pijp op de markt uit de werkplaats van de pijpenmaker Jan van der Noot. De productie van Jan van der Noot, zo blijkt uit bodemvondsten, was zeer hoogwaardig. Tussen zijn vroege ovaalvormige modellen zit een bewerkte pijp met daarop een wapenschild tussen twee leeuwen. De wapens zijn afkomstig van Friese steden en op het tekstlint onder het schild staat dan ook 'VRIESLAND'.
Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1740-1745. Naar de roker toe staat een wapenschild, verdeeld in zes kwartieren, met daarop:
Het wapen van Friesland
Het wapen van Franeker
Het wapen van Leeuwarden
Het wapen van Sneek
Het wapen van Dokkum
Het wapen van Harlingen (al is de weergave niet helemaal correct)
Boven het wapenschild staat een bladerkroon, het wapenschild wordt gedragen door twee klimmende leeuwen. De leeuwen staan op een ondergrond met een opstap voor de poten bij het schild. De ruimte onder de ondergrond is gevuld met een servetwerk van ruiten met stippen. Helemaal onderaan loopt een tekstlint, met daarop: 'VRIESLAND'. De steel is onversierd. Op de rechterkant van de hiel staat het wapen van Gouda, de hiel is gemerkt met kommetje in het bakje gekroond, gezet door Jan van der Noot (Lit. 2).
Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1740-1745. Het merk op de hiel is kommetje in het bakje gekroond. Als je het merk vergelijkt met de bovenstaande afbeelding is de kwaliteit van de gravering slecht en de kroon ontbreekt. Ook het Goudse bijmerk is niet op de zijkant van de hiel aanwezig. De enige Nederlandse plaats waar ze Goudse producten van deze kwaliteit konden vervalsen was Alphen aan den Rijn en het heeft er schijn van dat deze pijp daar gemaakt is.