Het wapen van Gouda is bij pijpenverzamelaars waarschijnlijk wel bekend, omdat het zo vaak op pijpenkoppen is afgebeeld. Het is een schild met in het midden een verticale scheiding. Aan beide zijden ervan staat drie sterren. Is het wapen uitgebreider weergegeven dan standaard, dan loopt om het wapenschild ook nog een dubbele vervlochten tak met doornen, en er staat een grote bladerkroon boven. Die doornentakken verwijzen naar de lijfspreuk van Gouda. Die luidt namelijk 'Per Aspera ad Astra', wat latijn is voor 'via doornen naar de sterren'. Vrij vertaald houdt het in dat wie hard werkt, zijn of haar doel zal bereiken.
In de derde kwart van de 18e eeuw wordt de tekst bij het wapen geïntroduceerd op pijpenkoppen en er zijn verschillende versies gemaakt. Het vindt ook in de 19e eeuw nog lang navolging als een goed stukje Goudse reclame. De pijpen op deze pagina zijn 18e eeuws.
Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1775-1785. De pijpenkop is op alle vlakken bewerkt. Naar de roker toe staat een zo groot mogelijk Gouds wapenschild met een brede bladerkroon erboven. Aan de onderzijde, maar met name naast het schild zijn de doornentakken zichtbaar. Om het schild, vanaf de kroon, loopt een ovaal tekstlint met de spreuk: 'PER ASPERA AD ASTRA', voorafgegaan, gescheiden en beëindigd door bloemen. Het schild met lint wordt gedragen door twee leeuwen, beide met een eigen kroon. de leeuwen staan op een horizontaal platform met opstap, de ruimte er onder is gevuld met een schubben motief en wordt afgesloten door guirlandes met links en rechts een kwast. De persnaad van de roker af is bewerkt met een bladmotief, dat aan de bovenzijde ruimte biedt voor een cirkel van stippen (parels) waarbinnen het merk van de pijpenmaker, BWB is gezet. Vanaf de steelaanzet loopt een blad en bloemversiering de steel op. Op de linkerzijde van de hiel staat het wapen van Gouda met S. De pijpenkop is op de hiel gemerkt met BWB, op dat moment in gebruik door Bartholomeus de Pier (Lit. 2).
Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1780-1790. Naar de roker toe staat een zo groot mogelijk Gouds wapenschild met een keizerskroon erboven. Om het schild, vanaf de kroon, loopt een ovaal tekstlint met de spreuk: 'PER ASPERA AD ASTRA', voorafgegaan, gescheiden en beëindigd door bloemen. Het schild met lint wordt gedragen door twee leeuwen, beide met een eigen keizerskroon. de leeuwen staan op een gebogen platform met opstap, de ruimte er onder is gevuld met een servetwerk van ruiten met stippen. De persnaad van de roker af is bewerkt met een bladmotief, dat aan de bovenzijde ruimte biedt voor een tweede wapen van Gouda, gekroond met een parelkroon en omringd door doornen. De persnaden zijn weggestreken met een kamstreek, over de decoratie heen. Op de linkerzijde van de hiel staat het wapen van Gouda met S. De pijpenkop is op de hiel gemerkt met 33 gekroond, gezet door Jan Nieuwland (Lit. 2).
Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1780-1790. Naar de roker toe staat een zo groot mogelijk Gouds wapenschild met een keizerskroon erboven. Om het schild, vanaf de kroon, loopt een ovaal tekstlint met de spreuk: 'PER ASPERA AD ASTRA', voorafgegaan, gescheiden en beëindigd door bloemen. Het schild met lint wordt gedragen door twee leeuwen, beide met een eigen keizerskroon. de leeuwen staan op een gebogen platform met opstap. Tussen de opstappen loopt een decoratieve boog mee met het tekstlint, gevuld met acanthusbladeren. De ruimte er onder is gevuld met een lambrequin met servetwerk van ruiten met stippen. De persnaad van de roker af is bewerkt met een bladmotief, dat aan de bovenzijde ruimte biedt voor een tweede wapen van Gouda, gekroond met een parelkroon en omringd door doornen. Op de staat geen Gouds wapen. De pijpenkop is op de hiel gemerkt met35, gezet door Jan van der Vos (Lit. 2).
Ovaalvormige pijpenkop uit de periode 1800-1825. Naar de roker toe staat een zo groot mogelijk Gouds wapenschild met een keizerskroon erboven. Om het schild, vanaf de kroon, loopt een ovaal tekstlint met de spreuk: 'PER ASPERA AD ASTRA', voorafgegaan, gescheiden en beëindigd door bloemen. Het schild met lint wordt gedragen door twee leeuwen, beide met een eigen keizerskroon. de leeuwen staan op kleine opstappen. Tussen de opstappen lopen guirlandes, vanaf de hoogste opstappen hangen twee kwasten. De persnaad van de roker af is bewerkt met een bladmotief, dat aan de bovenzijde ruimte biedt voor een tweede wapen, het wapen van Amsterdam. Het wapen is gekroond met een parelkroon en omringd door een krans van eikenloof. Op de steelbreuk is een begin van een bloemrankendecoratie zichtbaar. De hiel is compleet afwezig door breuk.