Sportpijpen


Eind 19e, begin 20e eeuw kwamen er houten pijpen op de markt met een merkwaardige vorm. De pijpenkop was dubbelconisch, met een groot deel onderkant, een rondlopende parelrand als decoratie op de knik en dan een klein deel teruglopende bovenkant. De pijp werd al snel populair en dus volgde er een serie modellen van klei met dezelfde vorm, die vaak ook nog bruin werden gelakt om op houten pijpen te lijken. De kleien versie was goedkoper en lag daarom ook even goed in de markt.


Bruin gelakt, bruin geverfd, van oranje klei geperst, aan de kleur van deze pijpen werd aandacht besteed. De steel liep recht naar de roker toe of stond schuin omhoog, om met een bochtje weer horizontaal te raken. Soms werd er nog een merk gezet, meestal op de stevige steel.